ECLI:NL:CRVB:2008:BE9075
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- J.P.M. Zeijen
- R. Kruisdijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vergoeding kosten rechtsbijstand in WAO-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 augustus 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van appellant om vergoeding van kosten van rechtsbijstand. Appellant had eerder, op 17 maart 2005, verzocht om vergoeding van deze kosten die gemaakt waren in de procedure die leidde tot de toekenning van een WAO-uitkering. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had dit verzoek afgewezen, en deze afwijzing werd door de rechtbank Leeuwarden in een eerdere uitspraak bevestigd. De rechtbank oordeelde dat appellant niet had aangetoond dat de kosten daadwerkelijk waren gemaakt.
In hoger beroep voerde appellant aan dat hij schade had geleden door het onrechtmatige besluit van het Uwv en dat op grond van artikel 6:96 van het Burgerlijk Wetboek de kosten van rechtsbijstand vergoed dienden te worden. De Raad overwoog echter dat, volgens eerdere jurisprudentie, voor vergoeding van kosten in het kader van beroep en hoger beroep vereist is dat er daadwerkelijk kosten zijn gemaakt voor de verleende rechtsbijstand. De Raad concludeerde dat appellant niet had aangetoond dat hij kosten had gemaakt, en bevestigde daarmee de uitspraak van de rechtbank.
De Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig waren om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, dat betrekking heeft op de vergoeding van proceskosten. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het verzoek om vergoeding van de kosten van rechtsbijstand werd afgewezen.