ECLI:NL:CRVB:2009:BI3909
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K. Zeilemaker
- M.C. Bruning
- K.J. Kraan
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van ontslag wegens plichtsverzuim van een politieagent
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 mei 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een politieagent die was ontslagen wegens plichtsverzuim. De appellant, die sinds 1 september 1999 in dienst was, werd verweten dat hij in diensttijd met een politieauto buiten de regiogrenzen had gereden en daarbij verkeersvoorschriften had overtreden. De korpsbeheerder had na een grootschalig disciplinair onderzoek besloten tot ontslag, wat door de rechtbank Dordrecht in een eerdere uitspraak werd bekrachtigd. De appellant erkende de gedragingen, maar stelde dat de opgelegde straf onevenredig was en dat er sprake was van strijd met het gelijkheidsbeginsel.
De Raad overwoog dat de korpsbeheerder niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel had gehandeld, omdat de straffen op basis van een individuele benadering waren opgelegd. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de opgelegde straf niet onevenredig was aan de ernst van het plichtsverzuim. De Raad benadrukte dat de appellant tijdens zijn ritten niet inzetbaar was voor zijn kerntaken als politieagent en dat zijn gedrag het vertrouwen in hem als agent ernstig had geschaad.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.