ECLI:NL:CRVB:2009:BI9615
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak van de rechtbank Zwolle inzake studiefinanciering en herziening van toelage
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 juni 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen appellante en de Informatie Beheer Groep (IB-Groep). Appellante had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de IB-Groep van 27 april 2007, waarin de herziening van haar studiefinanciering en de vaststelling van een schuld aan de IB-Groep werd gehandhaafd. De rechtbank Zwolle had eerder op 10 juni 2006 het beroep van appellante ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad.
Tijdens de zitting op 8 mei 2009 heeft appellante, bijgestaan door haar moeder, haar standpunt toegelicht. De IB-Groep werd vertegenwoordigd door mr. G.J.M. Naber. Appellante betoogde dat zij niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de gevolgen van een onjuiste handelwijze van de onderwijsinstelling waar zij haar opleiding volgde. De IB-Groep stelde echter dat de inschrijving bij de onderwijsinstelling een zaak was tussen appellante en die instelling, en dat voor het recht op studiefinanciering inschrijving een vereiste was.
De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank volledig onderschreven en geconcludeerd dat de gronden van appellante in hoger beroep niet slagen. De Raad bevestigde dat de IB-Groep correct had gehandeld en dat de uitspraak van de rechtbank Zwolle terecht was. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding werd toegekend. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en de zaak werd afgesloten zonder verdere gevolgen voor de appellante.