ECLI:NL:CRVB:2009:BJ8473
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.P.J. Goorden
- H. Bedee
- A.A.H. Schifferstein
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verlaging van WAZ-uitkering en herziening van WAO-uitkering na medische rapportages
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 september 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlaging van de WAZ-uitkering en de herziening van de WAO-uitkering van betrokkene, die als caesartherapeute en zelfstandige werkzaam was. Betrokkene was in 1998 betrokken bij een auto-ongeluk, wat leidde tot whiplashklachten en een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. In 2006 heeft de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (appellant) de uitkering herzien naar een lagere mate van arbeidsongeschiktheid en de WAZ-uitkering ingetrokken. Betrokkene ging in beroep tegen deze besluiten, wat leidde tot een uitspraak van de rechtbank Zutphen die de besluiten vernietigde en appellant opdroeg om opnieuw te beslissen.
Appellant ging in hoger beroep, waarbij de Raad deskundigenrapporten heeft ingeschakeld, waaronder een rapport van neuroloog E. Oosterhoff. De Raad heeft vastgesteld dat er discrepanties waren tussen de rapportages van de bezwaarverzekeringsarts en de deskundige. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de medische grondslag van het bestreden besluit niet deugdelijk was. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellant in de proceskosten van betrokkene moest worden veroordeeld tot een bedrag van € 644,--. Tevens werd een griffierecht van € 433,-- opgelegd aan appellant.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde en dat de eerdere uitspraak van de rechtbank diende te worden bevestigd. De Raad benadrukte het belang van onafhankelijke deskundigenrapportages in het bestuursrecht en dat deze in beginsel gevolgd dienen te worden, tenzij er gegronde redenen zijn om hiervan af te wijken.