ECLI:NL:CRVB:2009:BK6640
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en medische beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de herziening van de WAO-uitkering van appellante, die oorspronkelijk was vastgesteld op een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft op 31 oktober 2007 besloten om deze uitkering te herzien naar een mate van 15 tot 25% per 27 oktober 2007. Appellante heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, nadat de rechtbank Almelo op 25 november 2008 had geoordeeld dat het besluit van het Uwv op een deugdelijke medische grondslag berustte.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 14 december 2009 uitspraak gedaan in deze zaak. De Raad oordeelt dat het Uwv in beroep afdoende heeft gemotiveerd dat de functies die aan de schatting ten grondslag liggen, medisch passend zijn voor appellante. De Raad heeft de grieven van appellante, die stelde dat het medisch onderzoek onzorgvuldig en onvolledig was, niet gegrond verklaard. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank volledig onderschreven en voegt hieraan toe dat de medische gegevens die appellante in hoger beroep heeft ingebracht, geen objectieve aanknopingspunten bieden voor een andere conclusie.
De Raad heeft vastgesteld dat de klachten van appellante, waaronder die van de kaakgewrichten, in de beoordeling zijn betrokken en dat er geen nieuwe medische gegevens zijn die de eerdere beoordeling van het Uwv kunnen weerleggen. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover deze is aangevochten, en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.