ECLI:NL:CRVB:2010:BM3731
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 mei 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de rechtbank van ’s-Gravenhage van 7 juni 2007. Appellant, vertegenwoordigd door mr. P.M. Groenhart van ACOM, CNV-bond voor militairen, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank. Echter, op 12 november 2009 heeft de gemachtigde van appellant het hoger beroep ingetrokken en verzocht om de commandant te veroordelen in de proceskosten. De commandant, in dit geval de Commandant Luchtstrijdkrachten, heeft gereageerd met een verweerschrift. De Raad heeft besloten dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten.
De Raad heeft in zijn overwegingen artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in acht genomen, dat bepaalt dat bij intrekking van het beroep, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener kan worden veroordeeld in de kosten. De Raad heeft vastgesteld dat de commandant in zijn besluit van 18 augustus 2009 al proceskosten heeft toegekend. De Raad is van oordeel dat er geen aanleiding bestaat om meer proceskosten te vergoeden dan reeds zijn toegekend in het eerdere besluit. Het verzoek van appellant om een veroordeling in de proceskosten is dan ook afgewezen.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is gedaan door M.C. Bruning, met P.N. Rijnsewijn als griffier, en is openbaar uitgesproken op 6 mei 2010.