ECLI:NL:CRVB:2012:BV6350
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.M. van Male
- B.E.H. Bekkers
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verantwoording van het persoonsgebonden budget in het kader van AWBZ-zorg
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 januari 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verantwoording van een persoonsgebonden budget (pgb) dat was toegekend aan wijlen [betrokkene]. De appellanten, de erven van [betrokkene], hebben in hoger beroep de uitspraak van de rechtbank Assen van 23 augustus 2011 aangevochten, waarin het beroep tegen een besluit van Groene Land PWZ Achmea Zorgverzekeringen NV ongegrond was verklaard. De Centrale Raad heeft de zaak behandeld op de zitting van 23 januari 2012, waarbij mr. F. Bakker de appellanten vertegenwoordigde en Groene Land werd vertegenwoordigd door mr. I. Punt.
De kern van het geschil betreft de vraag of Groene Land zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat een bedrag van € 3.674,22 van het aan wijlen [betrokkene] toegekende pgb niet deugdelijk is verantwoord. Groene Land stelde dat de bestedingsdoelen die door de appellanten zijn aangevoerd, niet kwalificeren als AWBZ-zorg. De appellanten daarentegen voerden aan dat het pgb volledig was besteed aan de zorg voor wijlen [betrokkene], met een aanzienlijk deel voor directe verzorging en een kleiner deel voor hulpmiddelen zoals een rollator, een elektrisch verstelbaar bed, een sta-opstoel en badkameraanpassingen.
De Centrale Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de genoemde hulpmiddelen niet als AWBZ-zorg kunnen worden gekwalificeerd. Volgens de Regeling subsidies AWBZ mag het pgb uitsluitend worden gebruikt voor zorg die in de Regeling is gedefinieerd, en de Raad vond geen aanknopingspunten voor het standpunt van de appellanten dat de hulpmiddelen als indirecte AWBZ-zorg moeten worden aangemerkt. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde, bevestigde de aangevallen uitspraak voor zover deze was aangevochten en wees het verzoek om schadevergoeding af. Er werd geen reden gezien voor een proceskostenveroordeling.