ECLI:NL:CRVB:2012:BW1979
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- N.S.A. El Hana
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en medische beoordeling
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen, waarin zijn beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Appellant, die als kok heeft gewerkt, meldde zich op 17 februari 2007 ziek vanuit een werkloosheidssituatie. Het Uwv besloot op 29 januari 2009 dat appellant per 14 februari 2009 geen WIA-uitkering kon ontvangen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Dit besluit werd in een beslissing op bezwaar van 20 juli 2009 bevestigd, waarop appellant in beroep ging bij de rechtbank.
De rechtbank oordeelde dat het medische onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen reden was om aan de bevindingen van de (bezwaar)verzekeringsarts te twijfelen. Appellant was geschikt geacht voor de geduide functies, ondanks zijn schouderklachten. In hoger beroep voerde appellant aan dat het bestreden besluit niet op een deugdelijke medische grondslag berustte en dat zijn schouderklachten onvoldoende waren meegewogen. Hij verzocht de Raad om een orthopedisch chirurg te raadplegen.
De Raad heeft dit verzoek gehonoreerd en orthopedisch chirurg dr. J.B.A. van Mourik benoemd als deskundige. Deze concludeerde dat appellant een schouderprobleem had, maar dat de geduide functies voldeden aan de eisen. De Raad oordeelde dat het oordeel van de deskundige in beginsel gevolgd moest worden, en dat er geen feiten of omstandigheden waren die tot een andere conclusie konden leiden. Het hoger beroep van appellant werd dan ook afgewezen en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.