ECLI:NL:CRVB:2012:BW8013
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering bijzondere bijstand voor tandartskosten op basis van Zorgverzekeringswet
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 26 april 2012, gaat het om de weigering van bijzondere bijstand voor de eigen bijdrage van tandartskosten door het college van burgemeester en wethouders van Maastricht. Appellanten, die in financiële problemen verkeren, vroegen om bijzondere bijstand voor tandartskosten die in oktober 2010 waren gemaakt, ter hoogte van € 1.046,55. De zorgverzekeraar had een deel van deze kosten vergoed, maar een eigen bijdrage van € 261,00 bleef over.
De Centrale Raad oordeelde dat op grond van artikel 15 van de Wet werk en bijstand (WWB) geen recht op bijstand bestaat indien er een voorliggende voorziening is, die als toereikend en passend wordt beschouwd. De Zorgverzekeringswet (Zvw) werd als zodanig aangemerkt. De Raad verwees naar eerdere uitspraken waarin werd vastgesteld dat de Zvw een bewuste keuze inhoudt over de vergoeding van tandheelkundige kosten.
Appellanten voerden aan dat zij recht hadden op bijstand vanwege hun financiële problemen en schulden, ook bij de zorgverzekeraar. Artikel 16 van de WWB biedt de mogelijkheid om bijstand te verlenen in geval van zeer dringende redenen, maar de Raad oordeelde dat de ernstige schuldenproblematiek van appellanten niet als een acute noodsituatie werd beschouwd. De rechtbank had dan ook terecht geoordeeld dat het college de bijzondere bijstand terecht had geweigerd. De uitspraak werd in het openbaar uitgesproken, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.