ECLI:NL:CRVB:2012:BW8574
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.W.J. Schoor
- M.D.F. de Moor
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 juni 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM). De verzoeker had eerder een verzoek ingediend bij de Raad, waarin hij stelde dat de redelijke termijn met bijna een jaar was overschreden. De Staat der Nederlanden erkende deze overschrijding en heeft een schadevergoeding van € 1.000,- aangeboden, welke door de gemachtigde van de verzoeker is ontvangen. Hierdoor bestond er geen geschil meer over de schadevergoeding zelf.
De Centrale Raad van Beroep heeft in het procesverloop vastgesteld dat het geschil enkel betrekking had op de proceskosten. De Staat had zich in een eerdere brief gerefereerd aan het oordeel van de Raad. De Raad heeft overwogen dat er geen procesbelang meer bestond voor de verzoeker om schadevergoeding, aangezien de schadevergoeding al was ontvangen. Daarom werd het verzoek om schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaard.
Desondanks heeft de Raad de Staat veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, die zijn begroot op € 161,- voor verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door voorzitter C.W.J. Schoor en griffier M.D.F. de Moor, en is openbaar uitgesproken op 8 juni 2012.