ECLI:NL:CRVB:2012:BX7027
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- C.C.W. Lange
- R.C. Schoemaker
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang na verstreken termijn van waarschuwing
In deze zaak heeft appellante, die een uitkering ontving op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De Centrale Raad van Beroep heeft op 31 augustus 2012 uitspraak gedaan. De zaak betreft een waarschuwing die het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) aan appellante had gegeven op 5 januari 2009, naar aanleiding van het niet melden van verrichte werkzaamheden. Appellante had bezwaar gemaakt tegen deze waarschuwing, maar dit bezwaar werd door het Uwv kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze beslissing ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft in hoger beroep vastgesteld dat er meer dan twee jaar zijn verstreken sinds de waarschuwing was gegeven. Artikel 29a, lid 2, van de WAO stelt dat als er meer dan twee jaar zijn verstreken, de waarschuwing geen nadelige gevolgen meer kan hebben voor appellante. Hierdoor heeft appellante geen procesbelang meer bij een inhoudelijke beoordeling van het bestreden besluit. De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat er geen grond is voor het oordeel dat er nog een procesbelang aanwezig is.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met J.W. Schuttel als voorzitter en C.C.W. Lange en R.C. Schoemaker als leden. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.