ECLI:NL:CRVB:2012:BY0484
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van Ziektewet-uitkering na beoordeling van medische geschiktheid
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van appellante, die zich op 15 april 2010 ziek meldde vanwege ernstige chronische vermoeidheid. De Centrale Raad van Beroep heeft op 10 oktober 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Arnhem. Appellante, die als magazijnmedewerkster werkte, had bezwaar gemaakt tegen de besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) die haar uitkering beëindigden. De verzekeringsarts concludeerde dat appellante in staat was haar werkzaamheden te hervatten, wat leidde tot de beëindiging van haar uitkering per 7 oktober 2010 en later per 24 november 2010. Appellante betwistte de juistheid van deze besluiten en voerde aan dat haar medische beperkingen waren onderschat, vooral in het licht van een recent vastgestelde nierinsufficiëntie.
De rechtbank had eerder geoordeeld dat de medische onderzoeken zorgvuldig waren uitgevoerd en dat er geen reden was om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsartsen. In hoger beroep herhaalde appellante haar standpunt, maar de Raad oordeelde dat er geen nieuwe medische informatie was ingediend die haar claims kon onderbouwen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en de uitspraak werd openbaar gedaan op 10 oktober 2012.