ECLI:NL:CRVB:2012:BY4739
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- G.J. van Gendt
- Rechtspraak.nl
Ingangsdatum toekenning uitwonendenbeurs
In deze zaak gaat het om de ingangsdatum van de uitwonendenbeurs voor appellante, die op 25 april 2007 een aanvraag om studiefinanciering indiende. Aan haar werd aanvankelijk studiefinanciering toegekend op basis van de norm voor thuiswonende studenten. Na een adreswijziging op 7 september 2007 bleef zij door de Minister als thuiswonend aangemerkt, ondanks dat zij op 21 september 2010 aangaf uitwonend te zijn. De Minister wijzigde haar status pas per 25 september 2010, wat leidde tot een aanpassing van haar toelage. Appellante maakte bezwaar tegen de ingangsdatum van de uitwonendenbeurs, maar dit werd ongegrond verklaard door de Minister op 18 november 2010.
De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van appellante ongegrond, oordelend dat de Minister de uitwonendenbeurs correct had toegekend met ingang van september 2010. Appellante stelde in hoger beroep dat zij niet als een jurist alle berichten van de Minister had kunnen lezen en dat de Minister een fout had gemaakt. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellante niet voldoende had aangetoond dat de Minister onterecht had gehandeld. De Raad benadrukte dat appellante zelf verantwoordelijk was voor het zorgvuldig lezen van de berichten en dat de situatie van appellante niet vergelijkbaar was met de eerdere uitspraak waar zij naar verwees. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.