ECLI:NL:CRVB:2013:1003
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van bijzondere bijstand voor verhuizing en stoffering
In deze zaak heeft appellante een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) voor de kosten van een verhuizing en de stoffering van haar nieuwe woning. De aanvraag werd op 16 maart 2010 door het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst van de gemeente Aa en Hunze afgewezen. Het dagelijks bestuur stelde dat de kosten van een verhuizing behoren tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan en dat deze in beginsel uit het inkomen moeten worden betaald. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd op 22 juli 2010 ongegrond verklaard. De rechtbank Assen heeft op 27 oktober 2011 het beroep van appellante tegen deze afwijzing eveneens ongegrond verklaard.
Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat de verhuizing noodzakelijk was vanwege een conflict met haar buurman. Ze heeft een logboek en een verklaring van haar huisarts overgelegd ter ondersteuning van haar claim. Echter, het dagelijks bestuur heeft in de voorbereiding van het besluit voldoende zorgvuldig gehandeld door contact op te nemen met de woningbouwvereniging, die bevestigde dat er geen sprake was van bijzondere omstandigheden die de noodzaak van de verhuizing konden onderbouwen.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat appellante de noodzaak van de verhuizing niet met objectieve en verifieerbare gegevens heeft onderbouwd. De rechtbank heeft terecht vastgesteld dat er geen medische noodzaak was om te verhuizen en dat appellante geen nadere onderbouwing heeft gegeven voor haar claims in hoger beroep. De Raad heeft het hoger beroep afgewezen en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, met de verbetering dat het dagelijks bestuur correct is aangeduid als verweerder.