ECLI:NL:CRVB:2013:1033
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling bijstandsaanvraag en buiten behandelingstelling door college
In deze zaak heeft appellant op 15 november 2010 een aanvraag om bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend. Het college van burgemeester en wethouders van Texel heeft appellant bij brief van 16 november 2010 verzocht om aanvullende gegevens te verstrekken vóór 1 december 2010. Deze gegevens omvatten onder andere afschriften van betaal- en spaarrekeningen en bewijzen van huurbetalingen. Appellant heeft echter niet alle gevraagde gegevens tijdig aangeleverd, wat heeft geleid tot een besluit van het college op 3 december 2010 om de aanvraag buiten behandeling te stellen op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft dit bezwaar ongegrond verklaard in een besluit van 7 april 2011. De rechtbank Alkmaar heeft in een eerdere uitspraak op 9 februari 2012 het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Appellant is vervolgens in hoger beroep gegaan bij de Centrale Raad van Beroep.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat hij alle relevante informatie tijdig en per post heeft verstuurd, en dat het college niet had mogen besluiten om de aanvraag buiten behandeling te stellen. De Raad heeft overwogen dat het risico van het niet ontvangen van poststukken bij de afzender ligt, en dat appellant niet heeft aangetoond dat hij de gevraagde stukken vóór de gestelde termijn heeft verzonden. De Raad heeft ook vastgesteld dat het college terecht om de gevraagde gegevens heeft gevraagd en dat de aanvraag terecht buiten behandeling is gesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door A.B.J. van der Ham, in tegenwoordigheid van J.T.P. Pot als griffier, en is openbaar uitgesproken op 17 juli 2013.