ECLI:NL:CRVB:2013:1243
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring in hoger beroep inzake sociale verzekeringsbank
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 juli 2013 uitspraak gedaan in het verzet van een appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Almelo. De rechtbank had op 10 oktober 2012 in de zaak met nummer 12/420 geoordeeld dat het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk was verklaard, omdat het griffierecht niet was betaald. De appellant heeft vervolgens verzet aangetekend, maar tijdens de zitting op 23 juli 2013 is niemand verschenen. De Centrale Raad van Beroep heeft het verzet ongegrond verklaard.
De Raad heeft in zijn beslissing aangegeven dat de appellant in het verzet geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat hij niet in verzuim is geweest. De Raad heeft ook geen andere redenen gevonden om aan te nemen dat de appellant niet in verzuim was. Hierdoor bleef de eerdere beslissing van de rechtbank Almelo in stand.
De Raad heeft verder besloten dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet, wat betekent dat de kosten voor deze procedure niet door een van de partijen hoeven te worden vergoed. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, onder leiding van voorzitter T.G.M. Simons, en de griffier D.W.M. Kaldenhoven heeft het proces-verbaal opgesteld. De uitspraak is openbaar gemaakt op 1 augustus 2013.