ECLI:NL:CRVB:2013:1243

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
23 juli 2013
Publicatiedatum
31 juli 2013
Zaaknummer
12-5931 AWBZ-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring in hoger beroep inzake sociale verzekeringsbank

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 juli 2013 uitspraak gedaan in het verzet van een appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Almelo. De rechtbank had op 10 oktober 2012 in de zaak met nummer 12/420 geoordeeld dat het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk was verklaard, omdat het griffierecht niet was betaald. De appellant heeft vervolgens verzet aangetekend, maar tijdens de zitting op 23 juli 2013 is niemand verschenen. De Centrale Raad van Beroep heeft het verzet ongegrond verklaard.

De Raad heeft in zijn beslissing aangegeven dat de appellant in het verzet geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat hij niet in verzuim is geweest. De Raad heeft ook geen andere redenen gevonden om aan te nemen dat de appellant niet in verzuim was. Hierdoor bleef de eerdere beslissing van de rechtbank Almelo in stand.

De Raad heeft verder besloten dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet, wat betekent dat de kosten voor deze procedure niet door een van de partijen hoeven te worden vergoed. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, onder leiding van voorzitter T.G.M. Simons, en de griffier D.W.M. Kaldenhoven heeft het proces-verbaal opgesteld. De uitspraak is openbaar gemaakt op 1 augustus 2013.

Uitspraak

12/5931 AWBZ-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Almelo van 10 oktober 2012, 12/420 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te[woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Zitting heeft: T.G.M. Simons
Griffier: D.W.M. Kaldenhoven
Ter zitting is niemand verschenen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 6 maart 2013 heeft de Raad het hoger beroep van appellant tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald.
Appellant heeft in verzet geen feiten of omstandigheden aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat hij niet in verzuim is geweest. Ook anderszins is de Raad daarvan niet gebleken.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven (getekend) T.G.M. Simons

CVG