Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin het beroep tegen een besluit van het Uwv werd afgewezen. Appellante, die eerder als vertegenwoordiger/accountmanager werkte, meldde zich op 12 juni 2003 ziek vanwege rug- en psychische klachten. Het Uwv stelde bij besluit van 22 juni 2004 vast dat zij met ingang van 10 juni 2004 geen recht had op een WAO-uitkering. Appellante heeft hiertegen geen rechtsmiddelen aangewend. In 2008 verzocht zij het Uwv om herziening van dit besluit, omdat haar klachten waren toegenomen. Het Uwv wees dit verzoek af, waarna appellante in beroep ging. De rechtbank verklaarde het beroep tegen de afwijzing van de WAO-uitkering niet-ontvankelijk en het beroep tegen de herziening ongegrond. Appellante stelde dat er nieuwe feiten waren die een herbeoordeling rechtvaardigden, maar de Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die de herziening konden rechtvaardigen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt het belang van het indienen van nieuwe feiten binnen de gestelde termijnen en de zelfstandigheid van deelbesluiten in bestuursrechtelijke procedures.