ECLI:NL:CRVB:2013:1626
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- M. Hillen
- F. Hoogendijk
- Rechtspraak.nl
Opschorting en intrekking van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting en economische activiteiten
In deze zaak gaat het om de opschorting, intrekking en terugvordering van bijstand aan appellant, die sinds 9 oktober 1996 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Naar aanleiding van een melding dat appellant een gezamenlijke huishouding zou voeren en bromfietsen repareerde en verkocht, heeft de sociale recherche een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellant zijn economische activiteiten niet had gemeld bij het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek. Appellant heeft geen boekhouding overgelegd, ondanks herhaalde verzoeken van het dagelijks bestuur. Hierdoor kon het recht op bijstand niet worden vastgesteld.
Het dagelijks bestuur heeft de bijstand van appellant met ingang van 1 september 2009 opgeschort en later ingetrokken, met terugvordering van eerder verstrekte bijstand. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij geen handel dreef, maar enkel aan bromfietsen knutselde voor uitvindingen. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat appellant de inlichtingenverplichting heeft geschonden door zijn activiteiten niet te melden. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, die het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaarde. De Raad concludeert dat het dagelijks bestuur terecht heeft gehandeld door de bijstand te herzien en terug te vorderen, en dat appellant geen zelfstandige beroepsgronden heeft aangevoerd tegen het besluit van 19 september 2012.
De uitspraak bevestigt dat de bestuursrechter niet gebonden is aan het oordeel van de strafrechter, en dat de schending van de inlichtingenverplichting leidt tot de conclusie dat appellant teveel bijstand heeft ontvangen. De Raad verklaart het beroep tegen het besluit van 19 september 2012 ongegrond en bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover deze is aangevochten.