ECLI:NL:CRVB:2013:1668
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering verhoging militair invaliditeitspensioen na uitzending naar Libanon met PTSS
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 september 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De appellant, een voormalig militair die van augustus tot november 1979 in Libanon was uitgezonden, had in 2004 een posttraumatische stressstoornis (PTSS) vastgesteld gekregen. Hij ontving een militair invaliditeitspensioen op basis van een invaliditeitspercentage van 60%. In augustus 2007 verzocht hij om verhoging van dit pensioen, met name in verband met maag- en darmklachten. Dit verzoek werd afgewezen, en het percentage van 60% werd gehandhaafd.
De Raad heeft vastgesteld dat de psychische klachten van de appellant niet waren verergerd en dat de maagklachten volgens de adviserend verzekeringsarts niet gerelateerd waren aan het dienstverband. De psychiater M.J. van Weers heeft in een rapport geconcludeerd dat er geen sprake was van een verergering van de PTSS, maar van een persoonlijkheidsstoornis met verschillende kenmerken. De Raad heeft geen aanleiding gevonden om het percentage van 60% te herzien, ondanks de twijfels over het dienstverband.
De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat alle beperkingen als gevolg van de psychische klachten zijn meegenomen in de beoordeling. Er was geen bewijs voor een causaal verband tussen de diensttijd in Libanon en de maag- en darmklachten van de appellant. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.