ECLI:NL:CRVB:2013:1736
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Veroordeling van het Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 september 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft een verzoek om vergoeding van proceskosten na intrekking van het hoger beroep, omdat het Uwv met een gewijzigde beslissing op bezwaar tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellant. De appellant, vertegenwoordigd door mr. B.B. Zebregs, heeft de hoger beroepen ingesteld, maar deze zijn later ingetrokken. Het Uwv heeft op 24 mei 2013 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waardoor de Raad heeft besloten dat het Uwv in de proceskosten moet worden veroordeeld. De Raad heeft vastgesteld dat de kosten die appellant redelijkerwijs heeft moeten maken in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep, in totaal € 2.360,- bedragen. Dit bedrag is opgebouwd uit € 1.416,- voor verleende rechtsbijstand in beroep en € 944,- voor verleende rechtsbijstand in hoger beroep. De Raad heeft echter geen vergoeding toegekend voor de eigen bijdrage die door appellante is verzocht, omdat deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. De uitspraak is openbaar gedaan en de Raad heeft de beslissing in aanwezigheid van de griffier, K.R. van Renswoude, uitgesproken.