ECLI:NL:CRVB:2013:1740
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Leeuwarden inzake studiefinanciering en proceskostenvergoeding
Op 11 september 2013 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld door de appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 26 april 2011. De zaak betrof een verzoek om studiefinanciering en de vraag of de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de proceskosten moest worden veroordeeld. De appellant had op 7 juni 2011 hoger beroep ingesteld, maar trok dit beroep later in en verzocht de Raad om de Minister te veroordelen in de proceskosten. De Minister diende een verweerschrift in en met toestemming van beide partijen werd besloten het onderzoek ter zitting achterwege te laten.
De Raad overwoog dat volgens artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht, als een bestuursorgaan tegemoetkomt aan de indiener van het beroepschrift, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener in de kosten kan worden veroordeeld. In dit geval was het niet in geschil dat de Minister aan de appellant was tegemoetgekomen. Echter, de Raad oordeelde dat er bijzondere omstandigheden waren die een proceskostenvergoeding uitsloten. De appellant had pas in hoger beroep een belangrijke verklaring overgelegd die eerder in de procedure had moeten worden ingediend. De Raad concludeerde dat de Minister niet in de kosten hoefde te worden veroordeeld, omdat de vertraging in het indienen van de verklaring aan de appellant zelf te wijten was.
De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen, en deze beslissing werd openbaar uitgesproken op 11 september 2013.