ECLI:NL:CRVB:2013:1756
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- R.E. Bakker
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Wettelijke rente en terugvordering WAZ-uitkering en toeslag
In deze zaak gaat het om de wijziging van de ingangsdatum van de wettelijke rente over de nabetaling van de WAZ-uitkering en de toeslag. Appellant, die als agrariër werkzaam was, had op 8 augustus 2007 een WAZ-uitkering aangevraagd, waarbij hij aangaf vanaf 10 december 1988 arbeidsongeschikt te zijn. Het Uwv kende hem bij besluit van 14 november 2007 een uitkering toe met terugwerkende kracht tot 7 augustus 2006. Na een rechtszaak bij de rechtbank Arnhem, die op 15 januari 2009 oordeelde dat het Uwv een nieuw besluit moest nemen, werd de WAZ-uitkering bij besluit van 10 februari 2009 alsnog met terugwerkende kracht aan appellant toegekend vanaf 8 december 1989.
In de daaropvolgende besluiten heeft het Uwv de wettelijke rente over de nabetaling van de WAZ-uitkering vastgesteld op 1 januari 1990, maar dit werd later herzien naar 1 december 2007. Appellant ging in hoger beroep tegen deze herziening en de terugvordering van te veel betaalde wettelijke rente. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het Uwv niet onrechtmatig had gehandeld door de ingangsdatum van de wettelijke rente te wijzigen en dat de terugvordering van de te veel betaalde rente terecht was. De Raad bevestigde dat de wettelijke rente over de nabetaling van de WAZ-uitkering en toeslag op 1 december 2007 begon te lopen, en dat het Uwv de gemaakte fout binnen een redelijke termijn had hersteld.
De Raad concludeerde dat er geen strijd was met het vertrouwensbeginsel en dat appellant geen schade had geleden door het herstel van de fout. De beslissing van de rechtbank Arnhem werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken.