ECLI:NL:CRVB:2013:1956
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van werkleeraanbod en inkomensvoorziening wegens niet-naleving van verplichtingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De appellant ontving een werkleeraanbod en een inkomensvoorziening op basis van de Wet investeren in jongeren (WIJ). Het college van burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage heeft de inkomensvoorziening en het werkleeraanbod ingetrokken, omdat de appellant niet op een verplicht gesprek is verschenen. De appellant heeft aangevoerd dat hij ziek was en niet in staat om de afspraak af te zeggen, maar de Raad oordeelt dat deze stelling niet voldoende onderbouwd is. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet heeft voldaan aan de verplichtingen die aan het werkleeraanbod verbonden zijn, en dat het college bevoegd was om de besluiten tot intrekking te nemen. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij het beroep van de appellant ongegrond werd verklaard. De Raad concludeert dat er geen reden is om te twijfelen aan de redelijkheid van de besluiten van het college en dat de appellant geen recht had op de inkomensvoorziening na de intrekking van het werkleeraanbod.