ECLI:NL:CRVB:2013:2030

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
11 oktober 2013
Publicatiedatum
14 oktober 2013
Zaaknummer
13-2081 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland inzake proceskostenveroordeling in verzet

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 1 maart 2013. De appellante, vertegenwoordigd door mr. drs. M.J.G. Schroeder, heeft hoger beroep ingesteld omdat de rechtbank de Sociale verzekeringsbank (Svb) ten onrechte niet had veroordeeld in de proceskosten die appellante in verzet heeft moeten maken. De rechtbank had in totaal 2 punten, zoals bedoeld in de Bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb), aan de verrichte proceshandelingen moeten toekennen. De Svb heeft in een reactie aangegeven bereid te zijn de door appellante bedoelde proceskosten te vergoeden, ter waarde van 1 punt voor het indienen van het verzetschrift en het verschijnen ter zitting in die procedure.

De Raad oordeelt dat de rechtbank de Svb inderdaad ten onrechte niet heeft veroordeeld in de proceskosten. Dit betekent dat de aangevallen uitspraak in zoverre dient te worden vernietigd. De Raad zal de Svb alsnog veroordelen in de proceskosten die appellante in verzet heeft moeten maken. De Raad heeft vastgesteld dat er een verzetschrift is ingediend en dat de advocaat van appellante ter zitting is verschenen. Volgens de regels van het Bpb dient in dit geval 0,5 punt per proceshandeling te worden toegekend, wat resulteert in een totaal van 1 punt ter waarde van € 472,-.

Daarnaast heeft de Raad ook aanleiding gezien om de Svb te veroordelen in de proceskosten van appellante in hoger beroep, welke kosten eveneens worden begroot op € 472,- voor verleende rechtsbijstand. De uiteindelijke beslissing van de Raad is als volgt: de aangevallen uitspraak wordt vernietigd voor zover geen proceskostenveroordeling in verzet is uitgesproken; de Svb wordt veroordeeld in de proceskosten van appellante in verzet tot een bedrag van € 472,- en in hoger beroep tot een bedrag van € 472,-; de aangevallen uitspraak wordt voor het overige bevestigd. Deze uitspraak is openbaar gedaan op 11 oktober 2013.

Uitspraak

13/2081 ANW
Datum uitspraak: 11 oktober 2013
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van
1 maart 2013, 12/439 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellante]te [woonplaats](appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft mr. drs. M.J.G. Schroeder, advocaat, hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft bij brief van 18 juni 2013 een reactie ingezonden.
Partijen hebben toestemming gegeven een onderzoek ter zitting achterwege te laten, waarna het onderzoek is gesloten.

OVERWEGINGEN

1.
Namens appellante is in hoger beroep uitsluitend aangevoerd dat de rechtbank de Svb ten onrechte niet heeft veroordeeld in de kosten die appellante in verband met de behandeling van het verzet heeft moeten maken. De rechtbank had in totaal 2 punten, bedoeld in de Bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb), aan de verrichte proceshandelingen moeten toekennen. De Svb heeft in reactie hierop te kennen gegeven bereid te zijn de door appellante bedoelde proceskosten te vergoeden, ter waarde van in totaal 1 punt voor het indienen van het verzetschrift en het verschijnen ter zitting in die procedure.
2.
De Raad is van oordeel dat de rechtbank de Svb ten onrechte niet heeft veroordeeld in de proceskosten die appellante in verzet heeft moeten maken. Dit betekent dat de aangevallen uitspraak in zoverre dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Raad de Svb alsnog veroordelen in de proceskosten die appellante in verzet heeft moeten maken. Gebleken is dat in die procedure namens appellante een verzetschrift is ingediend en dat haar advocaat ter zitting is verschenen. Het eerste lid, onder a van de artikelen 1 en 2 van het Bpb in verbinding met de Bijlage bij dit Bpb schrijven voor dat in dat geval 0,5 punt per proceshandeling wordt toegekend. Aangezien sprake is van twee proceshandelingen, wordt in totaal 1 punt ter waarde van € 472,- toegekend.
3.
Voorts bestaat aanleiding om de Svb te veroordelen in de proceskosten van appellante in hoger beroep. Deze kosten worden begroot op € 472,- voor verleende rechtsbijstand.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep
- vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover daarbij geen proceskostenveroordeling
in verzet is uitgesproken;
- veroordeelt de Svb in de proceskosten van appellante in verzet tot een bedrag van
€ 472,- alsmede in hoger beroep tot een bedrag van € 472,-;
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor het overige.
Deze uitspraak is gedaan door T.L. de Vries, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 11 oktober 2013.
(getekend) T.L. de Vries
(getekend) R.L. Rijnen

CVG