ECLI:NL:CRVB:2013:2030
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland inzake proceskostenveroordeling in verzet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 1 maart 2013. De appellante, vertegenwoordigd door mr. drs. M.J.G. Schroeder, heeft hoger beroep ingesteld omdat de rechtbank de Sociale verzekeringsbank (Svb) ten onrechte niet had veroordeeld in de proceskosten die appellante in verzet heeft moeten maken. De rechtbank had in totaal 2 punten, zoals bedoeld in de Bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb), aan de verrichte proceshandelingen moeten toekennen. De Svb heeft in een reactie aangegeven bereid te zijn de door appellante bedoelde proceskosten te vergoeden, ter waarde van 1 punt voor het indienen van het verzetschrift en het verschijnen ter zitting in die procedure.
De Raad oordeelt dat de rechtbank de Svb inderdaad ten onrechte niet heeft veroordeeld in de proceskosten. Dit betekent dat de aangevallen uitspraak in zoverre dient te worden vernietigd. De Raad zal de Svb alsnog veroordelen in de proceskosten die appellante in verzet heeft moeten maken. De Raad heeft vastgesteld dat er een verzetschrift is ingediend en dat de advocaat van appellante ter zitting is verschenen. Volgens de regels van het Bpb dient in dit geval 0,5 punt per proceshandeling te worden toegekend, wat resulteert in een totaal van 1 punt ter waarde van € 472,-.
Daarnaast heeft de Raad ook aanleiding gezien om de Svb te veroordelen in de proceskosten van appellante in hoger beroep, welke kosten eveneens worden begroot op € 472,- voor verleende rechtsbijstand. De uiteindelijke beslissing van de Raad is als volgt: de aangevallen uitspraak wordt vernietigd voor zover geen proceskostenveroordeling in verzet is uitgesproken; de Svb wordt veroordeeld in de proceskosten van appellante in verzet tot een bedrag van € 472,- en in hoger beroep tot een bedrag van € 472,-; de aangevallen uitspraak wordt voor het overige bevestigd. Deze uitspraak is openbaar gedaan op 11 oktober 2013.