ECLI:NL:CRVB:2013:2073
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering op basis van de Wet WIA
Op 16 oktober 2013 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellante tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering. Het Uwv had appellante een uitkering toegekend op basis van een arbeidsongeschiktheid van 35 tot 80%. Appellante was het niet eens met deze beslissing en had hoger beroep ingesteld, waarbij zij stelde dat haar beperkingen ernstig waren onderschat. De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarbij zij de conclusies van de bezwaarverzekeringsarts en bezwaararbeidsdeskundige had onderschreven. Tijdens de zitting op 4 september 2013 was appellante niet verschenen, maar het Uwv was vertegenwoordigd door mr. M.J. van Steenwijk.
De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank bevestigd. De Raad oordeelde dat er geen nieuwe medische gegevens waren ingediend die de grieven van appellante konden onderbouwen. De Raad concludeerde dat de medische en arbeidskundige beoordelingen van de rechtbank juist waren en dat de geselecteerde functies in overeenstemming waren met de belastbaarheid van appellante, zoals vastgelegd in de Functionele Mogelijkhedenlijst. De Raad heeft geen aanleiding gezien om af te wijken van het oordeel van de rechtbank en heeft het hoger beroep van appellante afgewezen. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.