ECLI:NL:CRVB:2013:2184
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Beuker-Tilstra
- C.H. Bangma
- H.D. Stout
- Rechtspraak.nl
Weigering van aanstelling bij het ministerie van Defensie en ontvankelijkheid van bezwaar
In deze zaak gaat het om de weigering van de minister van Defensie om appellant een aanstelling te verlenen. Appellant was gedetacheerd bij het ministerie, maar werd niet als ambtenaar beschouwd volgens de definitie in de Ambtenarenwet. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er bij appellant geen gerechtvaardigde verwachtingen zijn gewekt voor een aanstelling per 1 januari 2010. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die het bezwaar van appellant ten onrechte ontvankelijk had verklaard. De Raad stelt vast dat de minister het bezwaar niet-ontvankelijk had moeten verklaren op basis van artikel 8:4 van de Algemene wet bestuursrecht. De Raad wijst erop dat de houding en het gedrag van appellant, evenals het feit dat er geen voortgang was in de onderhandelingen over zijn aanstelling, van belang zijn voor de beoordeling. De Raad concludeert dat de minister terecht geen aanstelling heeft verleend en dat het beroep van appellant ongegrond is. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en de leden de beslissing in het openbaar hebben uitgesproken op 14 oktober 2013.