ECLI:NL:CRVB:2013:2633
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van bijzondere bijstand voor reiskosten naar het ziekenhuis op basis van de Wet werk en bijstand
In deze zaak gaat het om de weigering van bijzondere bijstand voor de reiskosten van appellant naar het ziekenhuis. Appellant, die in 2003 in beeld kwam bij hulpverleners vanwege zijn dakloosheid, heeft geen identiteitsbewijs en heeft nooit rechtmatig in Nederland verbleven. Hij is opgenomen in een zorginstelling en onder behandeling voor medische problemen. In 2010 heeft hij bijzondere bijstand aangevraagd voor zijn reiskosten naar het ziekenhuis, maar deze aanvraag werd afgewezen omdat hij geen verblijfstitel heeft. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, met de overweging dat appellant geen vreemdeling is in de zin van de WWB en dat hij daardoor geen recht heeft op bijstand, zelfs niet op basis van dringende redenen. Appellant heeft in hoger beroep gesteld dat deze weigering in strijd is met internationale verdragen, maar de Raad onderschrijft de eerdere uitspraak van de rechtbank. De Raad concludeert dat de weigering van bijstand niet in strijd is met artikel 8 van het EVRM, omdat de zorginstelling de reiskosten vergoedt. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst de beroepsgronden van appellant af. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.