ECLI:NL:CRVB:2013:2773
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsverplichtingen opgelegd aan appellante in het kader van de Wet werk en bijstand
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Breda. Appellante, die sinds 10 augustus 2005 bijstand ontvangt op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), was eerder ontheven van arbeidsverplichtingen vanwege psychische en medische beperkingen. Echter, op basis van een medisch advies van arts N. van Alst van Margolin, heeft het college van burgemeester en wethouders van Roosendaal op 17 mei 2010 besloten om appellante gedeeltelijk arbeidsgeschikt te achten en haar arbeidsverplichtingen op te leggen voor 20 uur per week.
Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft dit bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit in strijd was met de Algemene wet bestuursrecht, maar concludeerde dat het medisch onderzoek door arts R. Bhaggoe voldoende zorgvuldig was uitgevoerd en dat de conclusies goed waren onderbouwd.
In hoger beroep heeft appellante zich gekeerd tegen de beslissing van de rechtbank, waarbij zij zich volledig arbeidsongeschikt achtte. De Raad heeft echter geoordeeld dat de argumenten van appellante in wezen een herhaling waren van wat eerder in beroep was aangevoerd. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank overgenomen en bevestigd dat appellante, met inachtneming van haar beperkingen, in staat is tot het vervullen van arbeid gedurende 20 uur per week. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten en heeft de aangevallen uitspraak bevestigd.