ECLI:NL:CRVB:2013:857
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- G.F. Walgemoed
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om uitbreiding van huishoudelijke hulp op grond van medische noodzaak
In deze zaak heeft appellante, erkend als vervolgde in de zin van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv), beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb) van 31 augustus 2011. Dit besluit weigerde haar aanvraag voor uitbreiding van de vergoeding voor huishoudelijke hulp van vier uur per week naar drie dagdelen per week. De afwijzing was gebaseerd op het ontbreken van een medische noodzaak of medisch-sociale wenselijkheid, ondanks de psychische klachten die appellante ondervond als gevolg van haar vervolging.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 23 mei 2013, waarbij appellante werd vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. E. Unger, en de Svb door A.T.M. Vroom-van Berckel. De Raad heeft vastgesteld dat appellante sinds 1986 een vergoeding voor huishoudelijke hulp ontvangt, maar dat eerdere verzoeken om uitbreiding zijn afgewezen op basis van het beleid dat alleen in specifieke gevallen meer uren kunnen worden toegekend. Dit beleid houdt in dat als twee Wuv-gerechtigden samenwonen, het totaal aantal uren huishoudelijke hulp beperkt is tot maximaal twintig uur per week.
De Raad heeft overwogen dat de afwijzing van de aanvraag van appellante in overeenstemming is met het beleid en dat er geen aanleiding is om te concluderen dat de medische situatie van appellante een uitbreiding van de vergoeding rechtvaardigt. De Raad heeft ook het beroep van appellante op de regeling voor personen van 70 jaar en ouder verworpen, omdat deze regeling niet van toepassing is op aanvragen voor meer dan twaalf uur huishoudelijke hulp. Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het beroep ongegrond verklaard en geen proceskosten toegewezen.