ECLI:NL:CRVB:2013:860
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- G.F. Walgemoed
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van Wubo-aanvraag met betrekking tot oorlogservaringen in Nederlands-Indië
In deze zaak heeft appellant, geboren in 1939 in het voormalig Nederlands-Indië, een verzoek om herziening ingediend na de afwijzing van zijn aanvraag voor uitkeringen op grond van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). De oorspronkelijke aanvraag, ingediend in mei 2002, werd afgewezen omdat niet was komen vast te staan dat appellant betrokken was bij gebeurtenissen die onder de werking van de Wubo vallen. Appellant had in zijn aanvraag gesteld dat hij gevechten tussen Gurkha's en extremisten had meegemaakt, lijken had gezien en was geëvacueerd naar de Mentengwijk. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat directe betrokkenheid bij de gevechten niet kon worden vastgesteld en dat het zien van lijken niet onder de Wubo valt.
In januari 2011 diende appellant een verzoek om herziening in, dat eveneens werd afgewezen. Het bestreden besluit werd door de Centrale Raad van Beroep getoetst. De Raad oordeelde dat appellant geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die de eerdere afwijzing konden onderbouwen. De gestelde mishandeling van de zuster van appellant door een vroegere tuinjongen werd niet door anderen bevestigd en de verklaring van de zuster zelf gaf geen concrete details over de persoonlijke ervaringen van appellant.
De Raad concludeerde dat, hoewel appellant een angstige tijd heeft doorgemaakt, zijn ervaringen niet voldeden aan de specifieke eisen die de Wubo stelt voor erkenning als burger-oorlogsslachtoffer. Het beroep van appellant werd derhalve ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan op 4 juli 2013 door de meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep.