Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De appellant, A. te B., had zich ziek gemeld als chauffeur/inkoper en ontving een uitkering op basis van de Ziektewet (ZW). Het Uwv beëindigde het recht op ziekengeld van de appellant per 22 juni 2009, na een beoordeling door verzekeringsarts A.R. Heitköning. De bezwaarverzekeringsarts G.P.J. de Kanter bevestigde deze beslissing na een herbeoordeling. De rechtbank verklaarde het beroep van de appellant ongegrond.
In hoger beroep voerde de appellant aan dat onvoldoende rekening was gehouden met zijn ernstige chronische clusterhoofdpijn, die al in 2008 was gediagnosticeerd. Hij verzocht om benoeming van een onafhankelijk deskundige, omdat hij twijfels had over de medische beoordeling. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om het medisch onderzoek van de verzekeringsartsen onzorgvuldig te achten. De verzekeringsarts had zowel lichamelijk als psychisch onderzoek verricht en was op de hoogte van eerdere specialistische bevindingen.
De bezwaarverzekeringsarts concludeerde dat er geen aanmerkelijke medische problematiek was vastgesteld en dat de gezondheidstoestand van de appellant niet was verslechterd ten opzichte van de periode waarin hij werkte. De Raad bevestigde dat het Uwv op goede gronden het recht op ziekengeld had beëindigd en dat er geen reden was om een onafhankelijk deskundige te benoemen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.