ECLI:NL:CRVB:2013:964
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.W.J. Schoor
- E.J. Govaers
- C.C.W. Lange
- Rechtspraak.nl
Recht op loongerelateerde WGA-uitkering en de beoordeling van medische beperkingen
In deze zaak gaat het om het recht op een loongerelateerde WGA-uitkering voor appellant 1, die zich op 17 januari 2007 ziek meldde als mechanisch monteur. Na een aanvraag voor een uitkering op 13 oktober 2008, heeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op 4 maart 2009 vastgesteld dat appellant 1 recht heeft op een loongerelateerde WGA-uitkering met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 47%. Dit besluit werd later door het Uwv bevestigd, maar het bezwaar van appellanten tegen dit besluit werd ongegrond verklaard. De rechtbank 's-Hertogenbosch heeft de beroepen van appellanten tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarbij zij geen reden zag om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek en de conclusies daarvan.
In hoger beroep hebben appellanten opnieuw aangevoerd dat appellant 1 niet in staat is om structureel arbeid te verrichten. Ze wezen op een herzieningsverzoek dat was gehonoreerd, waardoor het arbeidsongeschiktheidspercentage van appellant 1 per 19 oktober 2010 op 100% werd vastgesteld. De Raad voor de Rechtspraak heeft echter geen aanleiding gezien om de medische grondslag van het bestreden besluit te betwisten. De Raad concludeert dat er geen aanknopingspunten zijn voor twijfel aan de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) die op 6 januari 2009 is vastgesteld. De bezwaarverzekeringsarts heeft de conclusies van het primaire onderzoek onderschreven en er zijn geen nieuwe medische gegevens ingebracht die de beperkingen van appellant 1 op de datum in geding in twijfel trekken.
De Raad bevestigt dat appellant 1 voldoet aan de opleidingseisen voor de geduide functies en dat het gebrek aan affiniteit met administratieve functies geen reden is om deze functies als niet passend te beschouwen. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.