ECLI:NL:CRVB:2013:BY8762
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- J.Th. Wolleswinkel
- J.N.A. Bootsma
- Rechtspraak.nl
Voorwaardelijk ontslag van politieambtenaar wegens ernstig plichtsverzuim na incident met burger
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, waarin de appellant, een politieambtenaar werkzaam bij de regiopolitie Haaglanden, in verband met een incident met een burger, M, voorwaardelijk ontslag is opgelegd wegens ernstig plichtsverzuim. Het incident vond plaats op 20 juni 2009, toen M aangifte deed van mishandeling, bedreiging en belediging door de appellant. De appellant heeft in het gezicht van M gespuugd en zich niet professioneel uitgelaten. De korpsbeheerder heeft na een onderzoek en een voornemen tot disciplinaire straf, besloten om de appellant de disciplinaire straf van ontslag op te leggen, maar deze niet ten uitvoer te leggen zolang hij zich niet opnieuw schuldig maakt aan soortgelijk plichtsverzuim. De rechtbank heeft het beroep van de appellant ongegrond verklaard, waarna de appellant in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de korpsbeheerder bevoegd was om de disciplinaire straf op te leggen. De Raad oordeelde dat de gedragingen van de appellant, die ook buiten diensttijd plaatsvonden, niet te verontschuldigen zijn en dat van een politiefunctionaris verwacht mag worden dat hij zich ook in privé-situaties professioneel gedraagt. Het rapport van de psychologische en psychiatrische expertise gaf geen aanwijzingen voor een psychische stoornis die het handelen van de appellant zou kunnen verklaren. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en oordeelde dat de opgelegde straf niet onevenredig was aan de aard en ernst van het gepleegde plichtsverzuim. Het hoger beroep van de appellant slaagde niet en de uitspraak werd bevestigd.