ECLI:NL:CRVB:2013:CA0038
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- C.J.W. Schoor
- J.S. van der Kolk
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 mei 2013 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep van appellante, A. te B., tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De Raad had eerder, op 21 september 2012, het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. Appellante heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak, waarbij zij aanvoerde dat zij door foutieve inhoudingen op haar IVA-uitkering in financiële problemen was geraakt, waardoor zij het griffierecht niet kon voldoen. Ze had ook geen verzoek om uitstel van betaling ingediend binnen de gestelde termijn.
Tijdens de zitting op 29 maart 2013 is appellante verschenen, terwijl het Uwv niet aanwezig was. De Raad overwoog dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn van 28 dagen na de aangetekende brief van 23 juli 2012 was betaald. Appellante had pas in verzet een beroep op financieel onvermogen gedaan, wat niet tijdig was. De Raad oordeelde dat het verzuim aan appellante kon worden tegengeworpen, en dat haar beroep op gezondheidsproblemen niet voldoende was onderbouwd met relevante medische gegevens.
De Raad concludeerde dat het verzet ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 8 mei 2013.