ECLI:NL:CRVB:2014:1481
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Y.J. Klik
- C.H. Rombouts
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de afwijzing van een verzoek om schadevergoeding in het kader van de Wet investeren in jongeren (WIJ)
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 16 januari 2013, waarin het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag ongegrond werd verklaard. Appellant had verzocht om een vergoeding voor onbetaald verrichte arbeid in het kader van de Wet investeren in jongeren (WIJ). Het college had dit verzoek afgewezen en appellant had hiertegen bezwaar gemaakt. De rechtbank oordeelde dat het verzoek van appellant geen verzoek om een bestuursrechtelijke schadevergoeding was en dat het college daarom geen zelfstandig schadebesluit hoefde te nemen.
In hoger beroep heeft appellant zich tegen deze uitspraak gekeerd, stellende dat het college onrechtmatig had gehandeld door hem een WIJ-inkomensvoorziening toe te kennen, terwijl hij recht had op een Wajong-uitkering. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de gestelde schade het gevolg is van een besluit waartegen bezwaar en beroep mogelijk is, en dat aan de connexiteitseis is voldaan. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak en oordeelt dat het college een nieuwe beslissing op het bezwaar van appellant moet nemen, waarbij ook een inhoudelijk besluit op de aanvraag om schadevergoeding wordt genomen.
De Raad veroordeelt het college in de proceskosten van appellant, die worden begroot op € 1.948,-, en bepaalt dat het college het griffierecht van in totaal € 160,- aan appellant vergoedt. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep en is openbaar uitgesproken op 15 april 2014.