ECLI:NL:CRVB:2014:2062

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
18 juni 2014
Publicatiedatum
18 juni 2014
Zaaknummer
12-1641 AWBZ-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van uitspraak inzake griffierecht in hoger beroep

Op 18 juni 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de rectificatie van een eerdere uitspraak van 26 februari 2014. De zaak betreft een verzoek tot rectificatie van de uitspraak door mr. B. van Dijk, advocaat van de appellanten, die stelde dat er een kennelijke fout in de beslissing was gemaakt met betrekking tot het griffierecht. In de oorspronkelijke uitspraak was ten onrechte bepaald dat de Stichting Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) slechts € 115,- aan griffierecht zou vergoeden, terwijl dit in werkelijkheid € 230,- diende te zijn. De Raad heeft CIZ in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op het voornemen tot rectificatie. CIZ heeft in zijn reactie aangegeven dat de rechtbank in één uitspraak over twee beroepszaken had beslist en dat er volgens de Beroepswet slechts eenmaal griffierecht verschuldigd is indien het gaat om een gezamenlijk beroepschrift. De Raad heeft echter geoordeeld dat er geen sprake was van onverschuldigd betaald griffierecht, omdat de appellanten afzonderlijk hoger beroep hadden ingesteld. De Raad heeft besloten de vergissing te herstellen door de uitspraak van 26 februari 2014 te rectificeren en het juiste bedrag van € 230,- vast te stellen als het te vergoeden griffierecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

Uitspraak

12/1641 AWBZ-R, 12/1642 AWBZ-R
Datum uitspraak: 18 juni 2014
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 26 februari 2014, 12/1641 AWBZ en 12/1642 AWBZ
Partijen:
[appellanten] te [woonplaats] (appellanten)
de Stichting Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)
PROCESVERLOOP
Naar aanleiding van het namens appellanten gedane verzoek van mr. B. van Dijk, advocaat, tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 26 februari 2014 heeft de Raad vastgesteld dat die uitspraak een kennelijke fout in de beslissing bevat.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien CIZ in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over het voornemen van de Raad om de uitspraak te rectificeren.
Bij brief van 18 april 2014 heeft CIZ op dit voornemen gereageerd.

OVERWEGINGEN

1.
In de beslissing van de uitspraak van 26 februari 2014 is ten onrechte bepaald dat CIZ het door appellanten in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 115,- in plaats van in totaal € 230,-, vergoedt.
2.
In zijn brief van 7 maart 2014 heeft mr. Van Dijk hierop gewezen en om rectificatie van de uitspraak van 26 februari 2014 gevraagd, in die zin dat er twee keer griffierecht ten bedrage van € 115,- wordt toegekend in plaats van één keer.
3.
In zijn reactie op het voornemen tot rectificatie heeft CIZ toegelicht dat de rechtbank in één uitspraak heeft beslist over twee beroepszaken en dat volgens artikel 22, eerste lid, van de Beroepswet bij een hoger beroep eenmaal griffierecht verschuldigd is indien de uitspraak van de rechtbank betrekking heeft op één besluit of indien het een gezamenlijk beroepschrift van twee of meer indieners over dezelfde uitspraak betreft. CIZ vraagt de Raad daarom in overweging te nemen de uitspraak onveranderd te laten en het mogelijk te veel betaalde griffierecht als onverschuldigd betaald te beschouwen.
4.
Op grond van artikel 22, eerste lid, van de Beroepswet wordt van de indiener van een beroepschrift door de griffier een griffierecht geheven. Indien de uitspraak van de rechtbank, voor zover daartegen hoger beroep is ingesteld, betrekking heeft op meer dan één besluit of indien het een gezamenlijk beroepschrift van twee of meer indieners ter zake van dezelfde uitspraak betreft, is eenmaal griffierecht verschuldigd.
5.
Nu mr. Van Dijk tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen van 7 februari 2012 niet één gezamenlijk hoger beroepschrift heeft ingediend maar voor beide appellanten afzonderlijk één, diende de griffier van iedere indiener, en derhalve tweemaal, een griffierecht te heffen van € 115,-. Er is derhalve geen sprake van onverschuldigd betaald griffierecht. De Raad ziet daarom geen aanleiding CIZ in zijn reactie op het voornemen te volgen.
6.
De onder 1 vermelde vergissing zal worden hersteld door de uitspraak van 26 februari 2014 met het daar genoemde juiste bedrag te rectificeren.
7.
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijk uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 26 februari 2014, 12/1641 AWBZ, 12/1642 AWBZ, als volgt:
de griffierechtbepaling in de beslissing wordt gewijzigd in:
“- bepaalt dat CIZ het door appellanten in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal
€ 230,- vergoedt.”
Deze uitspraak is gedaan door H.J. de Mooij als voorzitter en A.J. Schaap en
G. van Zeben-de Vries als leden, in tegenwoordigheid van D.E.P.M. Bary als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 18 juni 2014.
(getekend) H.J. de Mooij
(getekend) D.E.P.M. Bary

CVG