ECLI:NL:CRVB:2014:22
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- W.F. Claessens
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Herziening en intrekking van bijstandsverlening wegens verzwegen bankrekeningen en overschrijding van het vrij te laten vermogen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Roermond, waarin de herziening, intrekking en terugvordering van bijstand aan de orde zijn. Appellant ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) van 14 november 2007 tot 12 mei 2008 en van 24 februari 2009 tot en met 31 juli 2009. Naar aanleiding van een melding van het Inlichtingenbureau dat appellant bankrekeningen had bij verschillende banken, heeft de sociale recherche van de gemeente Weert een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden door geen melding te maken van deze bankrekeningen en de daarop ontvangen inkomsten.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank, waarin het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond werd verklaard. De Raad oordeelt dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bankrekeningen niet tot zijn vermogen behoren en dat hij geen gebruik heeft gemaakt van de op zijn naam staande rekeningen. De Raad stelt vast dat appellant niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen om relevante informatie te verstrekken aan het college, wat leidt tot de conclusie dat de herziening en intrekking van de bijstand terecht zijn geweest.
De uitspraak benadrukt het belang van de inlichtingenverplichting voor bijstandsontvangers en de gevolgen van het niet naleven daarvan. De Raad concludeert dat het hoger beroep van appellant niet slaagt en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.