ECLI:NL:CRVB:2014:2447
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- E.W. Akkerman
- Rechtspraak.nl
Bepaling van verdragsgerechtigdheid en buitenlandbijdrage Zorgverzekeringswet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld over de vraag of appellante, die van 20 september 2006 tot en met 18 juni 2007 in Spanje verbleef, als verdragsgerechtigde kon worden aangemerkt op basis van artikel 28 van Verordening (EEG) nr. 1408/71. De Raad concludeert dat appellante in deze periode niet haar woonplaats in Spanje had, maar slechts tijdelijk daar verbleef. Dit oordeel is gebaseerd op verschillende factoren, waaronder het feit dat appellante niet was uitgeschreven uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) in Nederland en dat zij gedurende een deel van de periode op Curaçao en Bonaire verbleef. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam en het besluit van het Zorginstituut, dat had vastgesteld dat appellante een buitenlandbijdrage verschuldigd was op grond van de Zorgverzekeringswet (Zvw). De Raad oordeelt dat appellante in de betreffende periode niet als verdragsgerechtigde kan worden aangemerkt en dat het Zorginstituut geen buitenlandbijdrage in rekening mocht brengen. De zaak wordt terugverwezen naar het Zorginstituut voor een nieuwe beslissing over de verschuldigde buitenlandbijdrage over de jaren 2006 en 2007, waarbij de Raad afziet van de toepassing van de bestuurlijke lus, aangezien het enkel om een financiële uitwerking gaat die naar verwachting geen discussie zal opleveren.