ECLI:NL:CRVB:2014:2703
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening bijstandsbesluit en eigendom appartement in Turkije
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 augustus 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Oost-Nederland. De appellante ontving van 31 juli 2001 tot en met 5 oktober 2008 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Ede had in 2012 de bijstand herzien en teruggevorderd, omdat de ex-partner van appellante had gemeld dat zij een appartement in Turkije bezat. De Raad heeft vastgesteld dat het college niet aannemelijk heeft gemaakt dat appellante daadwerkelijk eigenaar was van het appartement in de relevante periode. De Raad oordeelde dat de verklaringen van de ex-partner en appellante niet voldoende steun vonden in de schriftelijke gegevens. De Raad concludeerde dat appellante haar inlichtingenverplichting niet had geschonden, omdat er geen bewijs was dat zij het appartement bezat. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, het beroep van appellante werd gegrond verklaard en het besluit van het college werd herroepen. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van appellante.