ECLI:NL:CRVB:2014:2845

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
27 augustus 2014
Publicatiedatum
27 augustus 2014
Zaaknummer
11-853 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • D.J. van der Vos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling in hoger beroep tegen het Uwv na intrekking van het beroep

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 augustus 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft een proceskostenveroordeling na intrekking van het hoger beroep. Appellante had eerder een beroep ingesteld tegen een beslissing van de rechtbank Leeuwarden, die op 23 december 2010 was gedaan. De Raad had op 22 januari 2014 al een tussenuitspraak gedaan, gepubliceerd onder ECLI:NL:CRVB:2014:128. Op 14 mei 2014 had het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarop appellante op 16 juni 2014 het hoger beroep introk en verzocht om een proceskostenveroordeling voor de kosten die zij had gemaakt in verband met het bezwaar, beroep en hoger beroep.

De Centrale Raad van Beroep overwoog dat, volgens artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener van het beroepschrift kan worden veroordeeld in de kosten, indien het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener is tegemoetgekomen. Aangezien het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar volledig aan de bezwaren van appellante was tegemoetgekomen, was er aanleiding om het Uwv te veroordelen in de proceskosten. De Raad begrootte de proceskosten op € 487,- voor rechtsbijstand in bezwaar, € 974,- voor rechtsbijstand in beroep en € 1.461,- voor rechtsbijstand in hoger beroep, wat resulteerde in een totaalbedrag van € 2.922,-.

De uitspraak werd gedaan door D.J. van der Vos, in tegenwoordigheid van griffier K.R. van Renswoude, en werd openbaar uitgesproken op 27 augustus 2014. Appellante werd geadviseerd om voor vergoeding van het betaalde griffierecht zich rechtstreeks tot het Uwv te wenden.

Uitspraak

Datum uitspraak: 27 augustus 2014
11/853 WAO
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 23 december 2010, 10/193
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

De Raad heeft op 22 januari 2014 een tussenuitspraak gedaan, gepubliceerd onder ECLI:NL:CRVB:2014:128.
Het Uwv heeft op 14 mei 2014 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen.
Bij brief van 16 juni 2014 heeft mr. R.A. Severijn namens appellante het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht het Uwv te veroordelen in de proceskosten.
Het Uwv heeft bij brief van 2 juli 2014 gereageerd.
Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 21 van de Beroepswet is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Namens appellante is het hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar van 14 mei 2014 volledig aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen.
De Raad ziet aanleiding om het Uwv te veroordelen in de kosten die appellante in verband met de behandeling van het bezwaar, het beroep en het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De proceskosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 487,- voor verleende rechtsbijstand in bezwaar, € 974,- voor verleende rechtsbijstand in beroep en € 1.461,- voor verleende rechtsbijstand in hoger beroep.
Voor vergoeding van het betaalde griffierecht kan appellante zich rechtstreeks tot het Uwv wenden.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv in de kosten van appellante tot een bedrag van € 2.922,-.
Deze uitspraak is gedaan door D.J. van der Vos, in tegenwoordigheid van
K.R. van Renswoude als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op
27 augustus 2014.
(getekend) D.J. van der Vos
(getekend) K.R. van Renswoude

HD