ECLI:NL:CRVB:2014:3283
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de aangevallen uitspraak inzake WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheid
Op 8 oktober 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellante tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de voortzetting van haar WGA-uitkering. Appellante, die sinds 22 april 2008 arbeidsongeschikt is door klachten aan haar linker schouder, had eerder een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen, maar het Uwv had haar in september 2011 meegedeeld dat zij opnieuw minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Dit besluit werd door de rechtbank Alkmaar vernietigd, maar de rechtsgevolgen werden in stand gehouden, wat leidde tot hoger beroep door appellante.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de medische en arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit voldoende deugdelijk is. Appellante had in hoger beroep dezelfde gronden aangevoerd als in eerdere procedures, maar de Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en oordeelde dat er geen nieuwe medische gegevens waren die tot een ander oordeel konden leiden. De Raad bevestigde dat de geselecteerde functies passend waren voor appellante, ondanks haar klachten en recente diagnoses van artrose en diabetes.
De uitspraak benadrukt het belang van de medische beoordeling door verzekeringsartsen en de rol van de rechtbank in het waarborgen van een zorgvuldige procedure. De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.