ECLI:NL:CRVB:2014:3387
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om kwijtschelding van bijstandsverplichtingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die samen met zijn partner bijstand ontvangt op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had een verzoek ingediend om kwijtschelding van een openstaande schuld van € 64.759,05. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft dit verzoek afgewezen, omdat de appellant niet voldeed aan de voorwaarden voor kwijtschelding zoals vastgelegd in de beleidsregels van de WWB. De appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij in financiële problemen verkeert en dat de terugvordering van de bijstand zijn gezondheid negatief beïnvloedt. De Raad heeft echter geoordeeld dat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij voldoet aan de voorwaarden voor kwijtschelding. De Raad heeft vastgesteld dat er sprake is van recidive in het schenden van de inlichtingenverplichting, wat betekent dat het college niet van invordering kan afzien. De Raad heeft de afwijzing van het verzoek om kwijtschelding door het college bevestigd en het hoger beroep ongegrond verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van de regelmatige uitvoering van de WWB en de noodzaak om terugvorderingen bij fraude te handhaven.