ECLI:NL:CRVB:2014:3576
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de afwijzing van een bezwaarschrift tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort, waarbij hun bijstandsrecht op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) werd ingetrokken. Appellanten ontvingen bijstand naar de norm voor gehuwden, maar het college heeft op 22 oktober 2012 hun recht op bijstand opgeschort en op 2 november 2012 de bijstand met terugwerkende kracht ingetrokken. Appellanten hebben bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar het college heeft hun bezwaar niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding en het ontbreken van procesbelang. De rechtbank Midden-Nederland heeft het beroep tegen dit bestreden besluit ongegrond verklaard, waarna appellanten in hoger beroep zijn gegaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 4 november 2014 geoordeeld dat het college de brief van appellanten van 22 november 2012 niet als bezwaarschrift had hoeven aanmerken. De Raad concludeert dat uit de inhoud van deze brief niet blijkt dat appellanten bezwaar wilden maken tegen het besluit van 2 november 2012. De Raad heeft vastgesteld dat de brief niet de vereiste elementen bevatte die in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht zijn opgenomen, zoals een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.