ECLI:NL:CRVB:2014:3745
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de WIA-uitkering van appellant en de medische en arbeidskundige grondslag van het besluit van het Uwv
Op 14 november 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep een tussenuitspraak gedaan in de zaak van appellant tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) betreffende de WIA-uitkering. De zaak betreft een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Breda van 4 december 2012. Appellant had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het Uwv, waarin werd vastgesteld dat hij met ingang van 16 februari 2012 niet meer in aanmerking kwam voor een WIA-uitkering. De Raad oordeelde dat het bestreden besluit niet was gebaseerd op een deugdelijke medische en arbeidskundige grondslag. De Raad merkte op dat er verouderde medische gegevens waren gebruikt en dat er geen adequate herbeoordeling had plaatsgevonden. De Raad heeft het Uwv opgedragen om binnen zes weken het gebrek in het bestreden besluit te herstellen of een nieuw besluit te nemen over de in geding zijnde datum van 16 februari 2012. De uitspraak benadrukt het belang van actuele medische en arbeidskundige beoordelingen in het kader van WIA-uitkeringen.