ECLI:NL:CRVB:2014:376
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid bezwaar wegens termijnoverschrijding in bijstandszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellant had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel, waarin hem bijstand op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) was toegekend in de vorm van een rentedragende geldlening. De appellant had zijn bezwaar te laat ingediend, wat door het college als niet-ontvankelijk werd verklaard. De appellant voerde aan dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat het college hem niet had gewezen op de bezwaartermijn en zelf ook termijnen had overschreden. De Raad oordeelde dat de appellant met zijn e-mailberichten niet de intentie had om bezwaar te maken, maar om nadere informatie te vragen. De Raad concludeerde dat het college niet in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel had gehandeld door de appellant niet opnieuw te wijzen op de bezwaartermijn. De Raad bevestigde de beslissing van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep van de appellant ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van bezwaarschriften en de verantwoordelijkheden van zowel de appellant als het college in het proces.