ECLI:NL:CRVB:2014:3824
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van WGA-uitkering en medische geschiktheid voor functies
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de WGA-uitkering van appellant, die zich had ziek gemeld vanwege knieklachten en psychische problemen. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had geweigerd appellant een uitkering toe te kennen, wat leidde tot een bezwaarprocedure. De rechtbank 's-Hertogenbosch verklaarde het beroep van appellant ongegrond, waarbij zij de medische beoordeling van de verzekeringsarts bevestigde. Appellant ging in hoger beroep, waarbij hij stelde dat zijn uitkering ten onrechte was beëindigd. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de medische geschiktheid van appellant voor de functies van prothese technicus, soldering technician en cadcal medewerker voldoende was toegelicht. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af. De Raad concludeerde dat er geen nieuwe medische informatie was die de juistheid van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) in twijfel trok. De verzekeringsarts had afdoende gemotiveerd dat appellant in staat was om passende werkzaamheden te verrichten, rekening houdend met zijn beperkingen. De uitspraak werd gedaan op 14 november 2014.