ECLI:NL:CRVB:2014:387
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor terugbetaling huurtoeslag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden. De appellant, die van 1 juli 2006 tot en met 31 maart 2008 en van 1 mei 2009 tot 1 juli 2009 algemene bijstand ontving, had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand om terug te kunnen betalen aan de Belastingdienst voor de huurtoeslag die hij over 2009 had ontvangen. De Belastingdienst had vastgesteld dat appellant € 1.639,- aan voorschotten op de huurtoeslag moest terugbetalen. Het college van burgemeester en wethouders van Boarnsterhim heeft deze aanvraag afgewezen, met als argument dat bijzondere bijstand voor schulden niet mogelijk is.
De Raad heeft vastgesteld dat de aanvraag van appellant terecht als een aanvraag om bijzondere bijstand voor een schuld is opgevat. De Raad oordeelde dat appellant, ondanks zijn argumenten dat hij geen verwijt treft voor het ontstaan van de schuld, niet in aanmerking komt voor bijzondere bijstand. De Raad verwijst naar artikel 13 van de Wet werk en bijstand (WWB), dat stelt dat iemand die bijstand vraagt voor een schuldenlast, geen recht heeft op bijstand als hij over middelen beschikt om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien. De Raad concludeert dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in een situatie verkeert waarin bijstandsverlening onvermijdelijk is.
De Raad bevestigt de beslissing van de voorzieningenrechter en oordeelt dat het college de aanvraag van appellant terecht heeft afgewezen. De Raad wijst erop dat het ontbreken van buitenwettelijk begunstigend beleid niet onaanvaardbaar is en dat de gemeente Boarnsterhim deugdelijk heeft gemotiveerd waarom zij is afgeweken van het advies van de bezwaarcommissie. De uitspraak van de Raad bevestigt dat het hoger beroep van appellant niet slaagt en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.