Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de omzetting van een loongerelateerde werkhervattingsuitkering (WGA) voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten naar een WGA-vervolguitkering. Appellant, die sinds 1994 als steigerbouwer werkte, viel op 16 oktober 2006 uit voor zijn werk vanwege rug- en beenklachten. Op basis van een arbeidsongeschiktheid van 68% ontving hij tot 25 november 2011 een uitkering op grond van de Wet WIA. Bij besluit van 23 augustus 2011 werd deze uitkering omgezet in een WGA-vervolguitkering, zonder dat er een medische en arbeidskundige beoordeling had plaatsgevonden. Appellant stelde dat hij 80 tot 100% arbeidsongeschikt was door toegenomen lichamelijke en psychische klachten.
Na bezwaar en een hoorzitting werd de mate van arbeidsongeschiktheid opnieuw beoordeeld, maar de verzekeringsartsen concludeerden dat er voldoende passende functies voor appellant beschikbaar waren. De rechtbank verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond, waarbij werd overwogen dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsartsen.
In hoger beroep herhaalde appellant zijn klachten over de onderzoeksmethoden van de verzekeringsartsen en stelde dat de rechtbank onvoldoende had gekeken naar de verzekeringsgeneeskundige standaard voor communicatie met behandelaars. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat de rechtbank de medische gronden van appellant op juiste wijze had beoordeeld en dat er geen nieuwe medische informatie was ingediend die de eerdere beoordelingen in twijfel trok. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.