ECLI:NL:CRVB:2014:4448
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.J. Schaap
- W.H. Bel
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van persoonsgebonden budget en belangenafweging door Zorgkantoor
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Maastricht. De zaak betreft een terugvordering van een persoonsgebonden budget (pgb) door het Zorgkantoor Zuid-Limburg. De Raad heeft eerder op 16 april 2014 een tussenuitspraak gedaan (ECLI:NL:CRVB:2014:1398) waarin het Zorgkantoor werd opgedragen om een nieuwe beslissing te nemen. Het Zorgkantoor heeft op 5 juni 2014 een nieuw besluit genomen, maar dit voldeed niet aan de eisen die de Raad had gesteld. De Raad heeft vastgesteld dat betrokkene recht had op een pgb op basis van een indicatie van klasse 3, wat betekent dat zij recht had op maximaal 4,6 uur zorg per week. Het Zorgkantoor had echter een pgb verleend op basis van klasse 4, wat resulteerde in een te hoge terugvordering. De Raad heeft geoordeeld dat betrokkene voor 54% niet kan worden aangerekend dat zij een pgb heeft ingezet voor zorg die zij ook in natura ontving. De terugvordering is daarom verlaagd tot € 5.651,13. De Raad heeft ook overwogen dat het Zorgkantoor bij de invordering rekening moet houden met het beroep van betrokkene op betalingsonmacht. Voor het jaar 2010 moet het Zorgkantoor nog een beslissing op bezwaar nemen. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige belangenafweging door het Zorgkantoor bij terugvorderingen van pgb's.