ECLI:NL:CRVB:2014:558
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- J.S. van der Kolk
- I.J. Penning
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van verzoek om herziening van uitspraak inzake griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 februari 2014 uitspraak gedaan over het verzet van verzoekster tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar verzoek om herziening van een eerdere uitspraak. De zaak betreft een verzoek om herziening van de uitspraak van de Raad van 8 december 2010, waarbij verzoekster griffierecht had betaald. De Raad had eerder op 31 juli 2013 het verzoek om herziening niet-ontvankelijk verklaard, omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. Verzoekster heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak, waarbij zij aanvoerde dat zij op 27 mei 2011 griffierecht had betaald en dat de Raad dit bedrag had moeten terugstorten, omdat er geen nieuwe feiten waren.
De Raad overweegt dat er geen wettelijke regeling bestaat die het mogelijk maakt om het griffierecht terug te storten indien een verzoek om herziening wordt afgewezen zonder nieuwe feiten of omstandigheden. De Raad stelt vast dat verzoekster in december 2010 een verzoek om herziening heeft ingediend en dat voor deze procedure griffierecht is betaald. Echter, voor het nieuwe verzoek om herziening dat op 15 januari 2013 is ingediend, was opnieuw griffierecht verschuldigd, en dit is niet betaald. De Raad concludeert dat verzoekster in verzuim is geweest en dat het verzet ongegrond is.
De uitspraak is gedaan door J.S. van der Kolk, met I.J. Penning als griffier, en is openbaar uitgesproken op 21 februari 2014. De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.